9. Stilstaan, parkeren & file Copy
Stilstaan houdt de volgende twee handelingen in:
- Het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers
- Het onmiddellijk laden of lossen van goederen.
Alle handelingen wat je hierbuiten doet, valt onder parkeren. Zoals het beantwoorden van berichten, de navigatie instellen of de weg vragen.
Let op: wachten op een passagier die straks gaat instappen valt niet onder stilstaan. Dit valt onder parkeren.
Sta jij stil in de file, voor rood licht of om voorrang te verlenen? Dan valt dit niet onder stilstaan en ook niet onder parkeren.
Dit bord geeft een verbod op stilstaan aan:
Hier geldt: je mag niet stilstaan aan de kant van de rijbaan waar dit bord is geplaatst. Waar jij niet mag stilstaan, mag je natuurlijk ook niet parkeren.
Een verbod op stilstaan wordt ook aangegeven met een doorgetrokken gele streep. Langs deze streep mag jij niet stilstaan (dus ook niet parkeren).
Waar mag je nog meer niet stilstaan?
- Uiteraard op plaatsen waar je gevaar of hinder kunt veroorzaken (zoals voor of op een onoverzichtelijke bocht of helling)
- Je mag de doorstroming niet belemmeren
- In een tunnel mag je niet stilstaan
- Op een kruispunt
- Op een overweg (spoorweg)
- Langs een gele doorgetrokken streep
- Op een fietsstrook of op de rijbaan langs een fietsstrook
- Op een busstrook of op de rijbaan langs een busstrook
- Op een zebrapad of binnen 5 meter van een zebrapad
- Op een trottoir of fietspad
- Bij een bord bushalte: Langs de blokmarkering
- Bij een bord bushalte: Binnen 12 meter van het bord als er geen blokmarkering is
- Let op: Bij een bushalte mag je wél passagiers in- en uit laten stappen. Hierbij mag je de bus natuurlijk niet hinderen
- Parkeren
Dit is een parkeerverbodsbord. Zie je dit bord langs de weg, dan mag jij niet parkeren aan de kant van de rijbaan waar dit bord is geplaatst. Aan de andere kant van de rijbaan zou dit dus wel mogen (tenzij daar ook een bord is geplaatst). Bij dit bord mag je niet parkeren, maar wel stilstaan om passagiers in- en uit te laten stappen en goederen te laden en te lossen. Na dit bord mag je natuurlijk nog wel parkeren in een parkeervak of op een parkeerstrook.
Een parkeerverbod-zone wordt aangegeven met dit bord:
Binnen deze zone mag je aan beide kanten van de rijbaan niet parkeren. Binnen een parkeervak mag je wel parkeren, uiteraard.
Een parkeerverbod kan ook aangegeven worden met een onderbroken gele streep. Langs een onderbroken gele streep mag jij niet parkeren. Stilstaan is wél toegestaan.
Waar mag je nog meer niet parkeren?
- Uiteraard mag jij niet parkeren op plaatsen waar je niet mag stilstaan (denk ook aan de rijbaan langs een fietsstrook of busstrook)
- Op, of binnen 5 meter van een kruispunt
- Voor een in- of uitrit (ook niet voor je eigen inrit!)
- Langs een gele onderbroken streep
- Op de rijbaan van een voorrangsweg buiten de bebouwde kom
- Dubbel parkeren of dwars parkeren is verboden
- Op andermans parkeerplaats, zoals een invalideparkeerplaats, parkeerplaats voor taxi’s, vrachtauto’s
- Parkeren op de rijbaan binnen een woonerf (binnen een woonerf mag je alléén parkeren op eigen terrein of op parkeerplaatsen)
Op al deze plaatsen, waar je niet mag parkeren, mag je wél stilstaan. Dus passagiers in- en uit laten stappen en goederen in- en uitladen mag hier wel.
Deze borden kunnen ook een onderbord hebben. Deze geeft dan extra informatie over het verbod.
Zie je getallen op het onderbord? Dan geldt het verbod alleen op die dagen van de maand.
Zie je een pijl? Dan geldt het verbod alleen in de richting van die pijl.
- Parkeerschijfzone
Zie je een blauwe lijn langs de weg of parkeervakken? Dan mag je daar alleen parkeren met een parkeerschijf. Het gebruik van een parkeerschijf is verplicht voor alle motorvoertuigen op meer dan twee wielen.
Een parkeerschijf stel je altijd in op de aankomsttijd. Je mag dit in jouw voordeel doen, naar het eerstvolgende halve of hele uur. Je mag hem tussentijds niet opnieuw instellen. Plaats je parkeerschijf zichtbaar achter je voorruit.
- File
Als je op de autosnelweg op een file rijdt, mag je je waarschuwingslichten ontsteken, om je achterliggers te waarschuwen. Schakel je waarschuwingslichten weer uit als je ziet dat ze het hebben opgemerkt en afremmen.
Rijd je in een file? Dan doe je dit:
- Voldoende afstand houden tot je voorligger
- Erop letten dat motorrijders je kunnen inhalen. Wijk zodanig uit dat motorrijders tussen de rijstroken kunnen rijden
- In een stilstaande file zet je je motor uit
- Wissel niet steeds van rijstrook, maar blijf zoveel mogelijk op dezelfde strook rijden
Let op: je kunt van motorrijders niet verwachten dat zij zullen aansluiten in de file. Zij zullen tussen de rijstoken doorrijden.
Let op: is er geen vluchtstrook? Maak dan het midden van de rijstroken vrij voor hulpdiensten.
